Definitie

Bron: http://data-onderwijs.vlaanderen.be/documenten/bestand.ashx?nr=9853

 

Arbeidsbereidheid

Een jongere die gemotiveerd is om bepaalde competenties te verwerven op de werkvloer is arbeidsbereid.

In het kader van duaal leren spreekt men over arbeidsbereidheid wanneer een jongere gemotiveerd is voor een duaal leertraject.

Dit omvat inzicht hebben in eigen sterktes en werkpunten, hierover kunnen reflecteren, goed geïnformeerd zijn over duaal leren en weten wat een bepaalde beroepskeuze inhoudt. Leergiering zijn en extra inspanningen willen leveren horen hier ook bij.

 

Arbeidsrijpheid

In het kader van duaal leren spreken we van arbeidsrijpheid wanneer een leerling in staat is om te participeren en om te leren op de werkvloer.

Deze arbeidsrijpheid omvat de mate waarin een jongere competent is om te leren op de werkvloer en hoe hier aan gewerkt kan worden. Dit omvat competenties in de dimensies gepast communiceren; zelfstandig werken, betrouwbaar en stipt handelen, plannen, monitoren en evalueren.

 

Dimensies

Relevante methodieken

*Geen van deze methodieken omvatten alle bovenstaande dimensies. Vaak vnl focus op participeren op de werkvloer, niet rond leren op de werkvloer: deze methodieken kunnen helpend zijn bij een begeleiding in duaal leren.
DuLeGO! (ICE-model); WE-tool (werkgevers & exploratie) en ME-tool Mezelf & exploratie)

  • Leerling in beeld: een methode om (arbeids)competenties van leerlingen objectief in kaart te brengen (De Ploeg)
  • SIM-ME (Jes VZW)
  • Screeningstool Volta
  • InClusief (TOPunt)
  • Groep INTRO
  • Kickstart je Toekomst (versie onderwijs) http://kickstart.goleweb.be
  • VDAB-instrument screening arbeidsrijpheid leren en werken
  • Test your Selfie (App-titude) testyourselfie.be
  • TOCI (Genste Centra Leren en Werken) derotonde.be
  • SAM-schaal

 

Dimensies in eigen ontwikkelingsdoelen

Arbeidsbereidheid

 

 

Dimensies

Overeenkomstig ontwikkelingsdoel

Positieve leeroriëntatie

Bereid zijn om te leren, leergierig zijn

8.1.2.11 De leerling is intrinsiek gemotiveerd leergierig en leerbereid

Bereid zijn om een extra inspanning te leveren

8.1.2.13 De leerling legt een verband tussen zijn mislukken en zijn inspanning en zoekt hoe hij in de toekomst zijn inspanning kan verbeteren.

Positieve keuze voor beroep

Affiniteit met het gekozen beroep hebben

2.1.2.16 de leerling is bereid engagementen aan te gaan op vlak van beroepskeuze, relaties , levensovertuiging en levensopvatting.

Inzicht hebben in werkomstandigheden

2.2.1.16 de leerling neemt systematisch en gericht waar en heeft hierbij oog voor relevante details.

In staat zijn te reflecteren over de beroepskeuze

5.2.1.8 De leerling verruimt zijn horizon betreffende zijn toekomst.

Zelfeffectiviteit

Geloven in de eigen kwaliteiten en capaciteiten om te leren functioneren op de werkvloer

5.3.1.54 De leerling leert op zijn niveau met nauwkeurigheid, efficiëntie, wil tot zelfstandigheid, voldoende zelfvertrouwen, voldoende weerbaarheid, houding van openheid en kritische zin.

 

8.1.1.2 De leerling gaat om met gevoelens van onmacht en toont in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen, gebaseerd op kennis van het eigen kunnen.

 

 

Arbeidsrijpheid

Participeren op de werkvloer

 

 

Dimensies

Overeenkomstig ontwikkelingsdoel

Overeenkomstige competentie

Betrouwbaar en stipt handelen

Afspraken rond aanwezigheid naleven

5.3.1.48 De leerling houdt zich aan afspraken en regels.

8.3.4.64 De leerling beschikt over volgende samenwerkingsattitudes: stiptheid, orde, nauwkeurigheid, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen, eerlijkheid.

 

Afspraken rond uitvoeren taken naleven

5.3.1.48 De leerling houdt zich aan afspraken en regels.
8.3.3.57 De leerling maakt afspraken en verdeelt taken in overleg

 

Eerlijk en discreet zijn

8.3.4.64 De leerling beschikt over volgende samenwerkingsattitudes: stiptheid, orde, nauwkeurigheid, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen, eerlijkheid.

8.3.4.69 De adolescent ziet het belang in van sociale regels binnen een samenwerkingsverband en past ze toe in loyaliteit, solidariteit en discretie.

 

Respect tonen voor mensen en materiaal

3.2.8.65 De leerling is bereid respect te tonen voor de gesprekspartner

4.8.56 De leerling toont respect voor zichzelf en voor anderen zoals personen met een andere seksuele geaardheid, andere etnische groepen, andere generaties en andere denkwijzen en overtuigingen

8.3.1.36 De leerling respecteert en waardeert de eigenheid van anderen.

 

2. de werkzaamheden op de werkplek organiseren

 

6. Gereedschappen en machines gebruiken

 

7. onderhoudsvoorschriften naleven

Gepast communiceren

Voor zichzelf opkomen

3.2.3.48 De leerling is mondeling assertief.

4.3.17 De leerling reageert assertief in verschillende aanbodsituaties

8.3.1.39 De leerling stelt zich op een assertieve en beleefde wijze op.

8.3.2.51 De leerling is assertief en komt op voor de rol die hij opneemt in een groepsopdracht.

9. In team werken

Respectvol en beleefd communiceren

3.1.7.31 De leerling beseft dat hij op een beleefde manier opdrachten, uitdagingen, vragen kan afwijzen.

3.1.7.33 De leerling leeft luisterconventies na (de spreker laten uitspreken, op een beleefde manier onderbreken, via non-verbale taal de spreker aanmoedigen, de spreker aansporen om meer uitleg te geven, de dingen zien vanuit het standpunt van de spreker, de inhoud van de boodschap centraal stellen, objectief en rechtvaardig zijn bij het beluisteren van de boodschap, luisteren om te begrijpen, het gezegde beoordelen na de boodschap).

3.2.2.43 De leerling gebruikt gepaste beleefdheidsformules

8.3.1.39 De leerling stelt zich op een assertieve en beleefde wijze op.

9. In team werken

Open staan voor feedback van anderen

8.1.2.14 De leerling staat open om te leren van anderen.

5.3.1.53 De leerling aanvaardt kritiek en is bereid uit zijn fouten te leren

 

Communiceren over afwijken van afspraken

2.3.2.48 de leerling kan op gepaste wijze met iemand contact leggen.

2.3.3.56 de leerling herkent het belang van afspraken, regels, gelijkwaardigheid en het maken van keuzes binnen een relatie.

2.3.3.57 de leerling maakt afspraken en verdeeld taken in overleg

 

 

Zelfstandig werken

Werk afwerken, kwaliteitsvol werken

5.1.1.2 De leerling houdt zijn aandacht gericht tot wanneer de taak is afgewerkt.

8.3.4. 64 De leerling beschikt over volgende samenwerkingsattitudes: stiptheid, orde, nauwkeurigheid, initiatief nemen, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen, eerlijkheid.

5.3.2.42 De leerling werkt ordelijk en systematisch vanuit het besef dat dit voordelen heeft.

 

Doseren van inspanning, volhouden

9.1.1 De leerling beleeft plezier aan zijn vrije tijd en komt door vrijetijdsbesteding tot rust en ontspanning.

5.3.1.51 De leerling zet ondanks moeilijkheden toch door en raakt niet onmiddellijk ontmoedigd

 

Werk zien, initiatief nemen

8.3.4. 64 De leerling beschikt over volgende samenwerkingsattitudes: stiptheid, orde, nauwkeurigheid, initiatief nemen, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen, eerlijkheid.

1. Eigen werkzaamheden plannen

 

 

 

 

 

 

 

Leren op de werkvloer

 

 

Dimensies

Overeenkomstig ontwikkelingsdoel

Overeenkomstige competentie

Plannen

Afspraken rond leerdoelen naleven

 

 

Initiatief nemen om relevante informatie te verzamelen

8.3.4. 64 De leerling beschikt over volgende samenwerkingsattitudes: stiptheid, orde, nauwkeurigheid, initiatief nemen, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen, eerlijkheid.

3.1.3.24 De leerling maakt een onderscheid tussen relevante en niet-relevante informatie.

3.4.1.90 De leerling schrijft voor hem bedoelde relevante informatie over of noteert deze.

5.3.1.38 De leerling bepaalt op basis van de verkregen informatie wat nu juist de opdracht is m.a.w. wat hij moet doen

 

Belangrijke informatie ‘vastleggen’

3.4.1.90 De leerling schrijft voor hem bedoelde relevante informatie over of noteert deze.

3.1.5 26.De leerling past communicatiebevorderende middelen toe (luisterdoel bepalen, aanwijzingen binnen de communicatiesituatie gebruiken, zich concentreren, vragen stellen bij onduidelijkheid, belangrijke informatie noteren).

 

Monitoren

Eigen vooruitgang opvolgen

5.3.1.47 De leerling heeft belangstelling voor het resultaat van zijn werk en inspanningen

5.3.2.55 de leerling ontwikkelt inzicht in de eigen mogelijkheden en beperkingen op het vlak van probleemoplossing en informatieverwerking en houdt er rekening mee.

5.3.2.56 De leerling ziet in dat hij voortdurend bijleert en verandert en stuurt vooroordelen betreffende het eigen leren bij

 

Communiceren over barrières voor leren

5.3.1.44 De leerling durft (leer)problemen signaleren en bijkomende informatie of hulp vragen.

 

Flexibel omspringen met wijzigingen in leertraject

2.2.2.12 De leerling is voldoende flexibel en creatief in zijn leren en denken

 

Volhouden indien zich barrières opwerpen

5.3.1.51 De leerling zet ondanks moeilijkheden door en raakt niet onmiddellijk ontmoedigd

 

Evalueren

Reflecteren over sterke en zwakke punten

5.3.2.58 De leerling beseft dat hij zijn sterke punten kan aanwenden om zijn zwakke punten te compenseren

 

Open staan voor feedback van anderen

8.1.2.14 De leerling staat open om te leren van anderen.

5.3.1.53 De leerling aanvaardt kritiek en is bereid uit zijn fouten te leren

 

 

Opmerkingen

  • Vaste schalen coveren niet alle dimensies.
    De ontwikkelingsdoelen coveren niet alles, maar toch een heel groot stuk.
  • Kunnen evaluaties van de doelen in 1 document opgeroepen worden, zodat we een overzicht krijgen van arbeidsrijpheid?
  • Sommige doelen komen verschillende keren terug

 

 

Arbeidsgeschiktheid

Definitie

Het in staat worden geacht arbeid te verrichten met een erkende economische meerwaarde.

Arbeidsgeschiktheid heeft een lichamelijke en een psychische component.  

Hoe bepalen?

We verwijzen door naar de arbeidsgeneesheer. Wanneer we ons hier zorgen over maken kunnen we dit reeds signaleren naar de arbeidsgeneesheer toe en zal deze dit in kaart brengen en beoordelen.